Zaaien van snel groeiende en vorstbestendige groenten zoals slasoorten, zomerboerenkool, knolvenkel, peterselie, winterprei, winteruien, herfstandijvie, pastinaak, radijsjes, worteltjes, Chinese kool, herfstbloemkool, late rode kool, stamslabomen, kervel, rode biet, spinazie, etc.
In deze tijd kunnen de meeste slasoorten weer uitgeplant worden.
Oogsten van alle plukrijpe groenten zoals sla, zomerboerenkool, uien, artisjokken, etc.
Courgettes oogsten als ze 20 à 25 cm lang zijn. Bij grotere gaat de smaak achteruit, en kan er zaadvorming binnenin optreden.
De tomaten die buiten groeien mag je toppen op maximaal vier trossen. Strooi wat kali voor de vruchtvorming. Vergeet niet om door te gaan met “dieven”.
Stoksnijbonen en pronkbonen kunnen getopt worden zodra ze de top van hun stokken bereiken. Daardoor maken de planten meer zijscheuten, en krijg je een betere oogst.
Wees alert op schimmels in tomaten en aardappelen. Zie je bruine vlekken op de bladeren, gooi dan de planten weg. Bij aardappelen kun je volstaan met het verwijderen van het loof.
Bij droogte regelmatig water geven. Dit voorkomt het vroegtijdig doorschieten van het (jonge) plantmateriaal.
Zijn de aardappelen uitgebloeid, kijk bij een van de planten of de aardappels groot genoeg zijn. In een natte zomer de aardappelen niet te lang in de grond laten zitten om rot te voorkomen.